Veel smederijen/smeden beschikten over een travalje (hoefstal of noodstal). Jammer dat er in Drenthe nog maar enkelen bewaard zijn gebleven. Zo staat er nog een voor de smederij (De Zweetdruppel) in Orvelte. In Wittelte staat er nog een achter de smederij van Kloeze en in Dwingeloo nog voor de oude smederij van Knijpstra (Drift 22)
Wie weet er nog meer ?
In Zeeland staan er nog veel, waarschijnlijk nodig voor de "Belgen".
Zie www.travalje.eu
Schoonebeek, de noodstal van Blancke
Door Dick Blancke
Achter ons woonhuis en de smederij stond de noodstal. Als paarden niet “umliek” wilden, dus lastig waren, werden ze hierin vastgezet. Onze noodstal is in de jaren vijftig gebouwd. Ik weet goed dat hij direkt achter het wc raampje zat en dat ik als kind niet naar de wc durfde, als er een paard in de noodstal zat. Want die konden soms flink briesen en stampen. Wij gebruikten de noodstal ook om er in en op te spelen, een mooi klimrek. Mijn vader,Gerhard Bernard Blancke (1917) heeft de noodstal zelf gebouwd, van ijzeren buizen. Hij kreeg van z’n oudere broer Roelof, die een smederij in Leersum had, een brief met adviezen. Kennelijk had mijn vader hem een schets gestuurd, en daar reageert hij op.
“Je had nog graag een teekening of schets voor de hoefstal. Allereerst moet ik je zeggen dat 3duims.buizen mij niet erg geschikt lijkt of het moet al erg dikwandig zijn. Mocht je hem er toch van maken, zorg dat hij in de beton komt, en lasch er pennen aan, en minstens 80 cm. in de grond. Leg hem gelijkvloers en niet zooals ik een beetje hoger, dat valt tegen. Ze stoten er tegen aan, en mis; je krijgt ze er niet in. Wat die teekening betreft, dat is wel aardig goed tenminste de afmetingen; alleen dit, hij moet voor niet zoo breed. Er staat aangegeven van 70 cm. Maar 60 is breed genoeg. Het is wel makkelijk als ze er niet in willen om ze er achteruit in te doen, dat kan natuurlijk niet als hij 60 cm breed is. Een nadeel is wanneer hij 70 is, dat je wanneer je een voorbeen opbeurt, ze altijd aan de andere kant gaan staan en je bent niet in staat het been op de balk te leggen om er aan te werken. Als je hem vóór nauwer maakt dan moet het achter ook, maar niet nauwer dan 75 cm. Zorg vooral dat die steuners achter goed sterk zijn, ik heb er later nog een steuner bij aangemaakt. De buis moet eigenlijk 2 ½ à 3 duims wezen. Je moet zorgen dat er op ’t einde een sok om zit en het een stuk van 10 cm laten doorschieten en een pen er in voor het schuiven. Die schuine balken moet je absoluut maken dat ze er in geval van nood uit kunnen, je kan nooit weten als er wat gebeurd, er over slaan met de achterbenen. De gehele lengte zou ik vooral niet langer maken dan 2 m. de steuners er bij gerekend; dus van voorkant tot achterkant, vooral niet langer. Hoe meer gedrongen ze er in staan hoe beter, anders rekken ze zich veel te veel uit.”